Fantasie

In ons lokaal staan de tafels in groepjes bij elkaar. Vandaag staat er een leeg tafeltje in een van de groepjes: gisteren werd er een bovenbouwgroep verdeeld wegens een zieke leerkracht en hadden wij een paar kinderen uit groep 8 op bezoek. Toen hebben we een extra tafeltje bijgeschoven en we zijn vergeten om het terug te zetten op de werkplek op de gang.

De dag begint. De kinderen bedenken waar ze vandaag aan willen werken. Ze maken een planning en pakken materiaal uit de kasten. Het is gezellig rommelig: iedereen loopt door elkaar, kinderen maken afspraken om samen te werken, er is wat gedoe over wie als eerste een laptop mag gebruiken. Langzaam komt er rust in de groep. Steeds meer kinderen starten met hun werk en de concentratie neemt toe. Dit is geen moment om met een tafeltje te gaan slepen, dus ik besluit om het vandaag nog maar te laten staan. De kinderen in het groepje lijken er ook geen last van te hebben. Ze zitten zachtjes te fluisteren en te giechelen tijdens het werken.

Die middag zijn de kinderen weer aan het werk en ik loop mijn ronde door het lokaal. Noura vraagt me om hulp bij haar spellingwerk. Hee, dat is handig, ze zit naast het lege tafeltje. “Ik kom wel even naast je zitten,” zeg ik en schuif het lege stoeltje naar achteren.

Alle kinderen in het groepje veren overeind en beginnen door elkaar te roepen.
“NEE!”
“Dat kan niet!”
“Niet doen, juf!”
“Niet gaan zitten!”

Ik blijf verbaasd staan en kijk de kinderen vragend aan. “Daar kun je niet zitten, want daar zit Harry.” legt Noura uit. “Harry is onze onzichtbare klasgenoot,” zegt Jip. “Hij is onze vriend en je mag hem niet pletten.” Lize knikt heftig en Teun zit er zachtjes bij te giechelen.
“O, dat wist ik niet,” zeg ik. “Sorry, Harry!” Ik schuif het stoeltje voorzichtig terug en ga naast Noura op mijn hurken zitten om haar te helpen. De anderen zitten zachtjes te lachen.

Zo hebben we er opeens een extra leerling bij. Harry blijft een hele tijd bij ons in de groep en bijna alle kinderen spelen het spel mee. Het tafeltje mag absoluut niet terug naar de gang. De kinderen ‘helpen Harry met zijn werk’. Als ik een stapel dictees nakijk, vind ik een extra blaadje met de naam Harry erboven. Ik zet er een krul op en leg het op Harry’s tafeltje, tot groot plezier van de kinderen. Nadat we hebben geschilderd ligt er ook een schilderij van Harry te drogen. Natuurlijk hangen we dat op tussen de andere kunstwerken. In de pauze, op weg naar het plein, hoor ik kinderen discussiëren. “Harry kan echt niet meedoen met verstoppertje hoor!” “Natuurlijk wel, anders is het buitensluiten.” “Maar hoe weet je dan of je Harry gevonden hebt? Hij is onzichtbaar!”

Na een paar weken is de lol ervan af. Het spel dooft uit. Lize komt me vragen of het tafeltje naar de gang mag, zodat ze weer gezellig naast Noura kan zitten. De rest van de groep reageert onverschillig. Harry is verdwenen. Maar wat hij achterlaat, is een enorm gevoel van saamhorigheid in de groep. Dankjewel, Harry!